Situering: Deze opdracht hangt nauw samen met de Muzische opdrachten 5 en 6. De leerlingen zijn dus tijdens de middag in ons klaslokaal aan het oefenen voor hun interpretatie van hun favoriete clip. Als de leerlingen vinden dat ze genoeg geoefend hebben, dan mogen ze zelf regisseur spelen (aangeven op welke plaats de camera het beste staat, "start" en stop" roepen waarna ik een opname van hun werk maak.
Deze opnamen worden dan verzameld en klassikaal getoond.  Zo kunnen ze zien hoe de anderen het ervan hebben afgebracht.  Ze krijgen dan ook de kans om hun werk nog te verbeteren als ze hun werk in verhouding onvoldoende vinden, of als ze nieuwe ideeën hebben opgedaan.

verantwoording

ICT

7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
De leerlingen voelen zich vrij voor een camera en weten dat zijzelf en hun werk gezien gaan worden door hun medeleerlingen.


MUZISCHE VORMING Beweging  (Eindtermen curriculum)

4.1   genieten van lichaamstaal, beweging en dans.
4.2   een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen met als vertrekpunt iets wat gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt wordt.
4.3   samenwerken met anderen:
  ◾om een eenvoudig dansverloop op te bouwen
  ◾om al improviserend te reageren op elkaars beweging.
 
4.4   bewegen op een creatieve manier en daarbij één of meerdere basiselementen van de beweging bespelen:
  ◾tijd;
  ◾kracht
  ◾ruimte
  ◾lichaamsmogelijkheden
 
4.5
   nieuwe dansen ontwerpen met eenvoudige passen en figuren.
4.6   het inoefenen, de voorbereiding, het aanwenden van de lichaamstaal en het uitvoeren (vertoning), door henzelf en anderen, kritisch bespreken.

KWALITEITSVERHOGEND OMDAT

1. Het kunnen vergelijken van hun werk met dat van hun klasgenootjes het eergevoel oproept en ze zelf kritischer gaan staan tegenover hun eigen werk.
2. Ze zichzelf aan het werk kunnen zien zonder spiegelfout.